Shadow artist, de voordelen

In de wereldberoemde methode van Julia Cameron ‘the artist way’ staat dat kunstenaars die meer behulpzaam zijn voor anderen dan eigen werk produceren ‘shadow artists’ zijn die door een blokkade niet op de voorgrond durven te treden. Hier ben ik over gaan nadenken met mijn welbekende vraag ‘is dit wel zo en zou je dit anders kunnen zien of ervaren?’ Het levert de volgende mijmeringen op:

Ten eerste is het een realiteit dat weinig schrijvers kunnen leven van hun kunst. Een carrière die gerelateerd is aan schrijven, daar is werkelijk niets mis mee. Dat is in mijn ogen ook schrijven. Als ik jureer kost dat me schrijftijd, maar ik leer er ook veel van. Ik heb leuke contacten daardoor en ik leer een betere lezer te worden en mijn smaak te verfijnen. Dit zie ik als schrijfwerk, in ruime zin. Het is geen verloren tijd die ik niet aan schrijven besteed, want tijdens het lezen ontwikkel ik me. Bovendien is het op de voorgrond treden, want je bent zichtbaar als je jureert. Je naamsbekendheid groeit. Wat is er mis met een langzame, rustige rijping en groei?

Ten tweede is het je inzetten voor andere schrijvers een kruisbestuiving die je veel plezier en vriendschap kan opleveren. Alleen al de chatgesprekken leveren ideeën op, het ordenen van gedachten, feedback, verfijning van je smaak, zelfreflectie, het gevoel ergens bij te horen, de warmte van menselijk contact, het delen van je passie (wat weer zorgt voor motivatie en schrijfplezier), thema’s, tips, nog meer ideeën. In feite doet Julia Cameron niets anders met haar methode: ze helpt je je inspiratie en motivatie terugvinden en je blokkades op te heffen. Is het dan terecht om jezelf een schaduw kunstenaar te noemen?

Ten derde, wat is er mis met een schaduwkunstenaar zijn? Beperking kan om gezondheidsredenen nodig zijn. Je weet dan van jezelf dat je niet overal naartoe kunt reizen om voor te lezen, maar je kunt online een leuk schrijfplatform vinden om lezers te vinden voor je werk. Je kunt ook besluiten dat je liever voor de historische vereniging of voor je kleinkinderen schrijft of alleen voor de plaatselijke boekhandel. Daar is niets, maar dan ook niets, mis mee zoals er ook niets mis is met het dromen dat je even succesvol wordt als Stephen King.

Ten vierde kan het zeer bevrijdend zijn om deel uit te maken van een beweging die als geheel het schrijven stimuleert en voortgang boekt als geheel, ongeacht het niveau van de deelnemers. Bevrijdend voor je ego om niet alleen op jezelf gericht te zijn, een ander iets te gunnen, gericht te zijn op meer mooie verhalen, beginners die zich ontwikkelen en dat iedereen met handicaps, met problemen mee kan doen op zijn of haar manier en kan bloeien. Met het schrijfplezier voorop.

Competitie en persoonlijk succes kunnen motiverend werken, maar deel uitmaken van een geheel is niet per se een zoeken naar veiligheid. Dat doet tekort aan het plezier van samenwerken, elkaars mentor, proeflezer, steun, gezellige collega, raadgever en criticus te zijn.

Dat gezegd hebbend blijft de methode van Julia Cameron helpen.

Het samenstellen van een bundel

Op internet vond ik een artikel van John Mathew Fox over het samenstellen van een bundel. Ik heb het artikel vertaald voor eigen gebruik en ik wil de punten die voor mijn bundel van toepassing zijn hier bespreken.

  1. Wat betreft het beste verhaal aan het begin zetten, deze regel heb ik ooit ergens gelezen. Ik vertaal dat naar een goed verhaal aan het begin zetten. Iets dat de lezer zin geeft de bundel te lezen. In mijn geval het verhaal waarmee ik vijfde werd voor de publieksprijs van Editio wordt tweede. Het is een verhaal dat bij herlezing nog grappiger is.
  2. Een zwart schaap niet achterin stoppen. Onmiddellijk moet ik denken aan Julia Cameron en haar opmerking dat je een blokkade krijgt van te vroege kritiek. Ik word er opstandig van. Wie bepaalt of een verhaal een zwart schaap is? Los daarvan vind ik het beeld van een zwart schaap klinken als een vooroordeel tegen het afwijkende. Ik wil het anders zeggen: zet je zwakke verhalen niet achterin de bundel. Mijn reactie daarop is dat een rustig verhaal tussen intense verhalen best kan.
  3. Bouw je eigen structuur en orden dan je verhalen volgens deze logica. Een zandloperstructuur (Forster) ontstaat als de karakters of thema’s geleidelijk veranderen totdat ze zich omkeren in het midden en in tegengestelde richting lopen tot aan het einde. Een Möbiusband cirkelt terug naar zichzelf met een twist. Een Mozaïek wordt samengesteld uit korte stukjes die niets met elkaar te maken lijken te hebben tot het einde. Muzikale Improvisatie heeft een terugkerend beeld zoals een musicus die telkens terugkeert naar een geliefd akkoord. Instant Replay heeft een herhaling (denk aan de film groundhog day). In mijn bundel wil ik een mengvorm tussen mozaïek en Muzikale Inprovisatie benutten.Möbiusband
  4. Het laatste verhaal zou het boek dienen te openen. De eenheid van het boek openbaren aan het einde lijkt op de clue aan het einde. Alle lijnen vallen samen. In een verhaal roep je vragen op bij de lezer, aan het einde kun je kiezen voor een antwoord. In ieder geval dienen alle puzzelstukken aanwezig te zijn voor de lezer om de vragen zelf te kunnen beantwoorden die je opriep. In mijn bundel wil ik alle puzzelstukken open op tafel hebben liggen aan het einde. De lezer mag na de leeservaring zelf zijn mening hebben over het verhaal.
  5. Zet een langer verhaal aan het einde. In mijn bundel zet ik het langste verhaal niet aan het einde. Uiteindelijk blijft het een kwestie van smaak en compositie, zoals bij een muziekstuk.
  6. Als je overlappende karakters hebt, plaats ze dan naast elkaar in het boek. In mijn bundel zet ik ze niet naast elkaar en gebruik dus niet de verbindende kracht van juxtapositie. In een mozaïek mag immers pas later het verband in het geheel blijken. Bovendien wil ik verbinding met de andere verhalen.
  7. Bouw wat David Jauss ‘Liaisons’ noemt. Liaisons maken van je verhalen een eenheid. Dit kan een sleutelwoord of beeld zijn waarvan de herhaling twee scènes in een toneelstuk verbindt een daardoor hun onderliggend verband en eenheid reveleert. Ik heb een aantal zich herhalende sleutelwoorden, nog meer thema’s die een verbinding met elkaar aangaan door de bundel heen.
  8. ‘Het eerste verhaal… zou helder en onmiddellijk uitnodigend moeten zijn’ volgens Daniyal Mueenuddin. Helder is de sleutel – je wilt geen super-depressief verhaal om een bundel mee te starten en je wilt er ook een die appelleert aan het grootste aantal lezers. Dit hangt echt af van je lezers die je voor ogen hebt. Voor jouw doelgroep, die je het liefst kent, schrijf je een verhaal dat meteen een glimlach op hun lippen tovert en dat ze verrast.
  9. Als je kortere verhalen hebt, of verhalen die een ander point of view gebruiken, of die uitsteken op een andere bizarre manier, overweeg ze dan in het midden te plaatsen. Doordat ik me laat leiden door chronologie en thema, door compositie en Liaisons is dit punt van minder groot belang.
  10. Heb niet het gevoel dat het titelverhaal op enige specifieke plaats in de bundel hoeft te staan. Ze komen voor als eerste verhaal, in het midden en als laatste. Het titelverhaal is niet het beste verhaal, alleen de beste titel.

Creatieve blokkades

Op dit moment probeer ik ‘the artist way’ van Julia Cameron uit. Wat gebeurt met vrijuit schrijven is dat je merkt hoezeer je innerlijk zich terdege bezig houdt met terrorisme in Manchester, de vriendin op Facebook waarvan de kat dood is enzovoort. Dit levert een creatieve blokkade op, maar ook juist materiaal om over te schrijven.

De methode betekent eerst opschrijven wat het meest naar boven komt en al schrijvend merk je dat je blokkade oplost, dat je misschien wel heel veel tegenstrijdige gedachten hebt en daar is niets mis mee. Doet me denken aan minderheden, die zoals ik van twee culturen of meer zijn en vaak een veelheid van standpunten moeten zien te verteren. Vrijuit schrijven is een manier om daar wijs uit te worden en psychische ruimte vrij te maken voor andere bezigheden, zoals het ook ruimte vrij maakt om creatief te worden.

Zowel die mijmeringen aan de oppervlakte als meer persoonlijke thema’s leveren materiaal op. Als we aan onszelf duidelijk kunnen maken wat we voelen en denken, kunnen we dat aan een ander uitleggen. Als dat een slagveld is vol wrok, woede, angst, schaamte, staan we stil en vallen we stil. De woorden steken in mijn keel, ik krijg geen woord eruit. Zo is het ook met schrijven.

Waar schrijf ik voor?

Schrijf niet meer voor wedstrijden, maar voor tijdschriften, zegt een ervaren schrijfvriendin. Vorig jaar was ik meer en meer voor tijdschriften gaan schrijven en kreeg vaker feedback over mijn verhalen. Er werd één verhaal gepubliceerd in een literair tijdschrift, één ander goedgekeurd. Helaas kwam er geen nieuwe uitgave van het blad. Ik schreef een verhaallijn voor een personage, herschreef en liet het proeflezen, redigeren en corrigeren. Stuurde het op naar twee uitgevers.

Nog steeds schrijf ik verhalen voor wedstrijden, maar merk dat ik in een soort tweespalt beland. Ik schrijf gedichten, essays, korte verhalen voor wedstrijden en voor mijn bundel. Af en toe stuur ik iets op naar een tijdschrift. Ik heb het gevoel dat ik fragmentarisch bezig ben, wat op zich niet erg is, maar mijn focus wordt minder gericht op wat ik zelf wil schrijven en dat laatste komt niet ten gunste van mijn manuscript.

Los daarvan mis ik het schrijven voor het tijdschrift Naakte Lunch. Ik wist wat ik schreef en voor wie en ik kon rekenen op gerichte kritiek.

Mijn schrijfvriendin heeft gelijk: ik ga voor mijn bundel schrijven en me daar door laten leiden. Een eerste stap om dit voor elkaar te krijgen is dat ik Julia Cameron’s the Artist Way aangeschaft heb en me daar door ga laten leiden om weer focus te krijgen. Ik ga daarmee het gesprek aan met wat ik in mijn boek wil zeggen, zodat ik houvast vind in de structuur en lijn van mijn boek en niet lukraak iets eraan ga schrijven maar juist inzicht krijg in het geheel, de samenhang, de lijnen, mijn interesse en waarom ik het schrijf. Dit kan ik het beste voor mezelf opschrijven. Bij een kort verhaal is het voor mij vaak voldoende en overzichtelijk om het in het hoofd te doen. Een kortverhaallijn is te overzien. Een langer verhaal, vooral als de structuur complex is, is minder goed te overzien.