Recensie in Tzum

Gisteravond, toen ik net indommelde kreeg ik bericht dat er een goede recensie in Tzum staat over Op falende furiën, mieren en ander leven. Volkomen gelukkig las ik de recensie. Ik had al besloten, goed of slecht het is al geweldig om een recensie in Tzum te hebben staan. Tzum geldt als het meest kritische literaire tijdschrift wat gedichtenbundels betreft. Een beetje teleurgesteld omdat Buddingh mijn bundel niet genomineerd had, dacht ik dat ik nu zou horen waar het aan schort en tot mijn verbazing is de recensie niet alleen gunstig maar ik heb het idee dat de recensent mij zeer goed begrijpt, misschien nog beter dan ik mezelf begrijp, wat ik graag ook lees wanneer ik recensies lees. Het liefst is een recensent een belezen Neerlandicus met enige eruditie en wereldkennis. Hij opent als het ware het verhaal, zodat je er lagen in ziet die je op eerste lezing er nog niet in ontdekt had.

Dit alleen al is meer dan genoeg voor mij. Ook was zondag de presentatie van de bundel een feest tussen de tropische planten. Ik zat voor een rijtje parmantige cactussen en de interviewvragen van Yanaika Zomer waren het tegenovergestelde van oppervlakkig. Het was een vragengesprek tussen twee grote liefhebbers van poëzie. Yanaika gaat ook debuteren. Ze heeft net haar manuscript opgestuurd naar haar uitgever en gaat het traject in van publiceren: bespreken van gedichten, wijzigingen doorvoeren, nog eens kijken en zo verder.

De presentatie werd goed bezocht en de waaiers met een gedicht erop kwamen goed van pas want het was zeer warm. Bij mijn scheiding bestond mijn wraak eruit dat ik vroeg om een cadeau: een gedicht laten afdrukken op waaiers. Ik ben van mening dat wraak geen pijn mag doen. Sindsdien deel ik waaiers uit vooral aan moeders. Het gedicht op de waaier gaat ook over de moeder.

Ik las een mini-lezing voor over betekenis die het publiek waardeerde. Denk eraan het in te spreken want de opname is mislukt en het dan te delen. De tekst komt op de site van uitgeefhuis De Manke God. Mijn schrijfmaatje Sigrid opperde het naar een literair tijdschrift te sturen. Maar ik weet niet of ik het wel wil inkorten.

Na dit feest kwam op het meest vermoeide moment de recensie van Tzum. Zoiets als een wakker geschudde prinses geworden oude moeder door een prins. Ik stuiter nog een beetje na.

Advertisement

Morgen presentatie

Ik wilde de dag voor de presentatie rust. Maar als moeder is dat niet te plannen. Mijn dochter kwam niet op de afgesproken tijd en haar telefoon deed het niet. Dat deed me beseffen dat ik in de eerste plaats moeder ben met een moederhart. De stress schoot omhoog en ik had pas rust ‘s avonds laat, wetende dat ze rust vond. Pas dan kon ik de interviewvragen beantwoorden en vond zelf rust. Het zijn diepgravende vragen van Yanaika Zomer ook zelf moeder. Ik dacht aan hoe bevallingen steeds de grenzen van pijn oprekken en dat dit voorbereidt op wat gaat komen. Moederschap is een offer. Het is over je pijngrens en je verdraagzaamheid heen gaan. Telkens weer. Dus ik had niet een rustige dag vandaag en hoop maar dat mijn stem het doet morgen en dat mijn geheugen werkt. Geen idee wat ik van mezelf kan verwachten na zo’n enerverende dag als vandaag. Misschien is mijn stem zwak en zacht als eerder weleens. Misschien laat mijn geheugen me in de steek. Misschien is het daarom dat vrouwen minder presteren aan de top van hun kunnen dan mannen. Ik ben toch eerst moeder. Dat blijkt als puntje bij paaltje komt het allerbelangrijkste. Misschien geeft dat me morgen ook vleugels. Ik heb geen zekerheid over wat staat te gebeuren. Gewoon ondergaan.

Buddinghprijs

Mijn uitgever stelde voor om de bundel op te sturen naar de Buddinghprijs maar zei erbij dat vaak grote uitgevers meer kans maken. Ik zou kunnen speculeren zoals het woord zegt door een gaatje van de speculaas kijken en er verzinsels op los laten hoe dat kan. De lat is heel hoog bij de Buddinghprijs. Ik kan nu ik debuteer maar één keer genomineerd worden. Mijn bundel wordt gewaardeerd door allerlei lezers die hem al ontvangen hebben en er is een mooie recensie van Wouter van Heiningen. Dat is al meer dan genoeg waarde voor mij. Toch is er dat streven naar nog beter schrijven, dichten. Als ik achterom kijk kan ik zeggen dat ik mezelf heb ontwikkeld van geen Nederlands beheersen naar de top 100 van Prijs de Poëzie.

Ooit begon ik met de gedachte dat ik me vooral bezig moest houden met non-fictie. Fictie was wel plezier. Toch las ik vooral non-fictie. Ik bleek in een beroepskeuzetest aanleg te hebben ook voor literatuur. Dit negeerde ik. Tot mijn wereld instortte en ik een reddingsboei vond: fictie. Gaandeweg werd dit steeds meer autofictie. Mijn bundel is in sterke mate autofictie. Er zijn ook wat fictieve gedichten, waarbij ik me verplaats in een ander. Ik bloeide op door veel te schrijven. Gedichten schreef ik erbij.

Als ik niet genomineerd zal worden, zal ik me waarschijnlijk teleurgesteld voelen, wat een interessante emotie is om vanuit te schrijven. Het is namelijk zo, dat ik dat streven heb om de lat hoog te leggen. Daarom lees ik ook graag het schrijfboek van Lydia Davis, dat allerlei experimenten met schrijven laat zien. Je kunt jezelf alsmaar overtreffen. Toch wanneer ik begin aan een gedicht geef ik me toestemming om bagger te schrijven anders begin ik niet. Er is ook nog expressiedrang, de wil om uiting te geven – dat is iets anders dan per se een gevoel willen uiten. Het is meer een kunstwerk scheppen, een vorm, iets maken zoals een eerste tekening. Bij mij willen de gedichten iets, ze leiden een eigen leven. Ze willen bijvoorbeeld dat ik om mezelf lach of juist dat ik lieve woorden gebruik. Ze willen er mooi uitzien of grappig zijn maar niet teveel, precies genoeg. En ik probeer of ik dat kan. Zoiets.

Als ik niet genomineerd word, was de lat hoger dan ik hoopte. Ik kan helaas niet nog één poging wagen. Dit is hoever ik gekomen ben na uitgelachen te zijn om mijn kromme Nederlands. Wie weet lukt het me om nog beter te schrijven. Als ik achterom kijk zie ik een stijgende lijn, zoals te verwachten wanneer je veel oefent. Ik deel dit omdat ik dit soort worstelingen ook graag lees en leerzaam vind. Uiteindelijk is het zo dat we als community van schrijvers en dichters als geheel kunnen blijven stilstaan in onze ontwikkeling of erbij leren, oefenen, proberen. Ik zie bij al mijn schrijfvrienden hoe ze steeds beter worden – tenzij het noodlot toeslaat. Ik heb ook veel te danken aan al mijn schrijfvrienden, steun, hulp, vriendschap en nog meer.

Als ik niet genomineerd word, gaat mijn ontwikkeling waarschijnlijk gestaag verder tot mijn plafond. De grenzen van wat ik kan zijn dan bereikt.

Voordragen

In juni ga ik voordragen op Schiermonnikoog. Ik zal kunnen voordragen uit eigen bundel. Ik zal er schrijfvrienden ontmoeten. Ondertussen lees ik op internet wat anderen zeggen over betekenis. Blijkbaar is het brein voortdurend in een proces van afvurende neuronen en betekenis is dus dynamisch. Het hele brein is erbij betrokken. Er is niet een plaatselijk woordenboek, betekenis is kris kras door het brein opgeslagen en veranderlijk. Ook vreemd is dat een nieuw woord het hele systeem verandert. Misschien is het daarom, wat de Hersenstichting zegt, dat nieuwe dingen aanleren goed is voor de conditie van je brein. Een hernieuwing van je brein. Ik vermoed dat het lezen van een gedicht daarom plezierig kan zijn, zeker als er ambiguïteit is. Maar ook rustige teksten vind ik hebben een weldadig effect. Het horen van gedichten betrekt ook het gehoor en hoe meer zintuigen betrokken zijn, des te beter voor het brein. Daarom is zelf voorlezen misschien nog beter… Of erover praten. Actief betrokken zijn.

Ik heb een gedicht in de top 100 dit jaar. Ben aangenaam verrast en nog meer door het commentaar van de jury: ‘Het zijn de beste versregels die ik gelezen heb. Ze zijn gemaakt met frisse beelden, zitten vol dramatiek, typeren de relatie en bevatten een speelse zelfspot’. De hoofdjury zal wel een eigen smaak hebben, maar dit is in ieder geval een mooie opsteker.

De omslag

Met mijn waaiers op de dijk, komt terug in een gedicht. Dat kun je met wraakzucht doen. De foto is uiteindelijk genomen bij het dijkgat, ontstaan uit de wraakzucht aan het einde van de oorlog. De Duitsers hadden verloren en lieten het land onder water lopen. Uiteindelijk is er een mooie krater ontstaan waar nu recreatie is.

De foto is gemaakt door Dirk Bus en de omslag is vormgegeven door Monique Dozy die afgelopen jaar werd genomineerd voor beste omslag van het jaar.

Mezelf voorstellen

Gisteren bij een bijeenkomst ter ere van vrijwilligers werd ik in mijn afwezigheid aan die tafel voorgesteld door anderen. Het nieuwe redactielid vatte samen wat gezegd was. Het ging langs me heen, want wat mensen van me weten valt niet samen met hoe ik mezelf ervaar.

Ik wil me voorstellen bij de presentatie en het is de vraag wat ik kies om mezelf te typeren. In het Japans blad waar twee gedichten van mij in komen, presenteer ik me als vrijwilliger die het mos van onkruid ontdoet langs het pad in de Japanse tuin. Elders wilde ik me presenteren als iemand die een gedicht voordraagt aan een Srebrenica-veteraan op het gras voor de kerk.

Uitgeefhuis De Manke God

Het is tijd om te zeggen waar mijn gedichtenbundel zal uitkomen. Dat is bij uitgeefhuis De Manke God, genoemd naar de mythe van Hephaistos. Zelden geeft het uitgeefhuis een nieuwe dichter uit. Ik besef dat geluk mijn deel is wat dat betreft en dat maakt veel goed. Ik wens veel mensen die lijden lichtpuntjes toe zoals deze.

Ik had nooit durven dromen dat ik zo’n fijne uitgever zou tegenkomen in Hortus Overzee. Een literair onderlegde uitgever die veel heeft gepubliceerd in literaire tijdschriften en een omvangrijk oeuvre geschreven heeft dat ik tot me neem.

Op Meander las ik dat het jammer is dat De Manke God geen publiciteit zoekt. Ik begrijp het wel. De aandacht gaat bijna geheel naar het schrijven en uitgeven. Deze zorgvuldigheid zie je terug in de gedichten, in de stijl die zich moeilijk laat vangen. Ik kan wel zeggen dat de gedichten mij een helderheid van geest geven en het idee dat deze wereld toch een thuis is.

Weer op de radio

Radio maken is een ander aspect van schrijven. Er komt stem bij en er komt het spontane bij van het spreken. Als schrijver kun je nadenken over ieder woord en schrappen, herzien, toevoegen. Bij het gesproken woord doe je het met wat er op dat moment ontstaat. Verwacht fouten, rare uitspraak, vreemde associaties. Je mag erop terugkomen en je mag een fout opmerken, twijfelen, herzien. De draad weer oppakken, zoals dat ook mag bij vertellen.

Het unieke van radio is dat er een luisteraar is op hetzelfde moment dat je iets zegt, die je niet kent en die er in gedachte bij is. Je weet niet hoe je woorden bij hem of haar aankomen. Daar kun je slechts naar gissen. Ik hoop dat ik iets zeg waar de luisteraar iets mee kan, zonder voor te kauwen wat er gedacht moet worden. Het is het open laten voor de luisteraar om er een eigen gedachte over te hebben.

Ik luister naar de podcast van de uitzending van Meer dan woorden (radio regio Noordkop) en merk mijn haperingen en goed uitgesproken zinnen. Het geheel is toch mooie levende radio.

Een blokje geschreven

Een blokje voor mijn presentatie geschreven over betekenis. Ik vond wat ik las over betekenis nogal oppervlakkig en algemeen. Nu moet ik de andere blokjes die ik besprak met mijn vriendin meesterverteller nog schrijven. Ik schrijf ze eerst uit en dan ga ik de presentatie oefenen. Niet voor de spiegel maar staand in de woonkamer en als ik durf op het plein hierachter of anders in de polder met papier in de hand. Een truc die ik van wijlen regisseur Ernst Katz leerde om toneelteksten uit het hoofd te leren bestaat eruit om eerst een zin op papier te lezen en dan het hoofd opheffen en het kijkend naar een denkbeeldig publiek voor je uit te spreken. Dit is een truc om teksten snel uit het hoofd te leren. Ik weet niet in hoeverre ik de tekst echt uit het hoofd leren ga of ga improviseren. Maar ik vind het wel goed om de diverse functies van het brein af en toe aan het werk te zetten. Het is ook revalidatie.