Na het opsturen van mijn essay ben ik essays van anderen aan het lezen. Ik had het ook in de omgekeerde volgorde kunnen doen en eerst de essays van Komrij en Thomése kunnen lezen voor ik zelf ging schrijven, maar ik vond het juist goed om mijn eigen werk eerst vrijuit op te schrijven voor ik me zou meten met de meest bekende essay-schrijvers die me voorgingen zodat ik vooral inhoudelijk maar daarnaast qua vorm me zou kunnen vergelijken om ervan te leren.
Het onderwerp raakt het onderwerp waar beide essays over gaan, toch gaat mijn onderwerpbehandeling meer uit van waarneming vanuit de psychologie en ethiek, omdat ik nu eenmaal die bagage heb en na mijn studie er verder over nagedacht heb, nog wat filosofische boeken gelezen heb, wat onderwijspsychologische en wat religieus-ethische. Verder heb ik hier en daar gelezen over kunst, ken kunstenaars en heb daarover algemene kennis. Ik zie dan ook ideeën waar ik het grotendeels mee eens ben, maar ook ideeën die ik anders zie. Dat vind ik altijd heel interessant omdat ik me afvraag of er ergens een verschuiving heeft plaatsgevonden of dat ik iets gelezen heb of zelf iets bedacht heb dat net iets anders is.
Zo plaats ik dus de ideeën boven de vorm, hoewel mijn vorm ook een paar leuke vondsten heeft. Deze ontstonden organisch met analyse. Ook in deze tekst werk ik laag voor laag. Soms komen er meerdere lagen tegelijk waar ik dan verder op borduur. Eerst heb ik een mozaïek van verwante vragen waarna ik schrap, verbind en toevoeg tot er één lijn in komt. Deze is niet altijd zichtbaar omdat het een vervlechting wordt rond de grondgedachte. De vorm zegt iets over de inhoud.
Bij een essay ervaar ik een grotere vrijheid dan tijdens mijn wetenschappelijke studie, waar de discussie verbaal het meest creatieve onderdeel is. Er wordt je aangeleerd vooral uit te gaan van theorieën die al staan. Zelf iets bedenken wordt afgeraden. Het was dan ook geen wonder dat ik graag een mini-scriptie wilde schrijven bij Igor van Krogten, die het belang van literatuur hoog achtte tijdens zijn leven en daar zelfs een theorie op gestoeld heeft over de liefde.
Volgens Michel Foucault (filosoof) was er voor de wetenschap haar huidige vorm kreeg geen scheiding tussen literatuur en weten. Schreef je over een kip, dan schreef je zowel alle gedichten op die je kende als het aspect van het dier en de medicinale toepassing. Gaandeweg werd fabel en feit gescheiden, wat natuurlijk voordelen heeft, maar ook nadelen.
Immers nu weten we uit de neurowetenschap dat de rol van de betekenis essentieel is om een gezond functionerend mens te zijn. De betekenis komt daardoor toch weer terug in de wetenschap en daarmee het verhaal en het literaire essay. Hoe we denken over verveling, als we dat in een goed verhaal kunnen vatten, kan ons gezond maken. Tijdens deze omweg hebben we gelukkig geleerd dat vrijheid eveneens belangrijk is. En vrij een essay schrijven kan dus gezond zijn en wetenschappelijk verantwoord.
Los daarvan is een essay een bron van inspiratie voor wetenschap zoals andere kunst dat is geweest. In een essay kun je een mechanisme op het spoor komen of zonder het te weten een psycholoog inspireren tot een nieuwe vragenlijst voor een van belang geacht fenomeen in de liefde, bijvoorbeeld. Het is dan aan de wetenschapper om je idee te toetsen aan de werkelijkheid.