Wabi-sabi en schrijven

Vanochtend vond ik dankzij Bloglovin een blog met woorden die in het Engels niet bestaan, verzameld door Jessica van Bontraveler.

Wabi-sabi is de kunst de schoonheid van imperfectie, het tijdelijke en incomplete te zien. Hoe verhoudt zich wabi-sabi tot mijn schrijven?

Allereerst vraag ik me af wat de natuurlijke tegenhanger is van wabi-sabi. Dat zou het streven zijn naar perfectie, vervolmaking, het generieke en volledige. Zo’n beetje wat van je verlangd wordt als je je manuscript inlevert.

Perfectie en wabi-sabi

Zijn ze altijd tegenstrijdig? Wie met vertedering naar de spellingfouten van een kind kan kijken zou dat ook kunnen doen bij een volwassene. Ergens raken we in de ban van het verlangen naar perfectie. Fouten vergeven is een kunst die op zich een bepaalde perfectie of imperfectie kan hebben. In de werkelijkheid is het onzinnig om in alles perfectie na te streven of imperfectie. De schoonheid van imperfectie zien maakt de wereld wel veel minder zwaar en drukkend, maar mag ook weer niet doorslaan in overdreven gemakzucht.

Wat schrijven betreft, blijft het zo dat een reguliere uitgever door het mechanisme van verkopen streeft naar top-manuscripten. Er is maar weinig ruimte voor imperfectie. Gelukkig is er de mogelijkheid tot self-publishing en het laten circuleren van je verhalen in kleinere kring. En dan blijkt een imperfect maar enthousiast gebracht verhaal toch nog verkoopbaar.

Wat betreft de kunst van het schrijven kan imperfectie, zoals het schrijven in dialect, het schrijven met bewuste taalfouten of afwijken van regels weer een soort perfectie opleveren. Dat is mogelijk het paradox, waar uitgevers weer juist wel in geïnteresseerd zijn.

Vervolmaking en wabi-sabi

Een bewust onaf verhaal kan krachtig zijn. Laat de lezer maar raden. Ik heb zelf de neiging te weinig uit te leggen, met de gedachte erachter dat de lezer niet dom is en dat ik een denkproces in gang zet bij de lezer. Vaak kreeg ik echter te horen dat ik de lezer niet voldoende bij de hand neem. Het is ook nog eens afhankelijk van je lezerspubliek. Wie je kent weet waar je naartoe gaat. Wie eenzelfde achtergrond heeft kan zich bij dat een voorstelling maken, waar een ander moeite mee heeft. Neemt niet weg dat té onaf weer iets is waar je beter niet naar streeft. Onaf of af, vind daar de fijne lijn tussen, met je gevoel voor schoonheid. Helaas komt mijn gevoel voor schoonheid dus niet altijd overeen met dat van ervaren raadgevers op gebied van schrijven.

Wat ik kan doen is me erbij neerleggen en mijn smaak trainen om zoals autoriteit x te zijn. Dat is een deel van het werk in een schrijfcursus. Of je kiest halsstarrig voor een unieke smaak die helaas weinig volgelingen oplevert maar wel authenticiteit. In het ergste geval schrijf ik iets dat alleen ik kan volgen.

Het kan ook zijn dat uitgevers zijn net zoals de voorspellers dat Hillary Clinton zou winnen. Dat ze veranderende lezersbehoeften niet zien aankomen en niet op tijd andere manieren van schrijven omarmen. Ja, dat zeg ik natuurlijk vanuit zelfverdediging maar het is wel een beetje waar. Ik heb van werken met heel veel proeflezers gemerkt dat je gemakkelijk een lezer onderschat. De lezer onderschat zichzelf trouwens ook vaak. Dan hoor ik zoiets als, ja, maar ik ben breinpatiënt en begrijp niet alles. Waarna hij iets moeilijks leest en blijkt dat hij het toch goed begrepen heeft. Daarom ben ik voor het promoten van het begrip: leesuitdaging.

Generiek en wabi-sabi

Ergens op het internet – ik zeg niet waar – kreeg ik te horen dat mijn verhaal te weinig generiek was om literair te zijn. Met generiek bedoelde de criticus universeel geldend. Hij had ook kunnen zeggen: ‘niet iedereen kan zich er een voorstelling bij maken’ en dan had ik dat kunnen weerspreken. Bij generiek kun je dat heel moeilijk omdat het een ongrijpbaar begrip is, wat op zich weer wabi-sabi is (onaf).

Is wabi-sabi schrijven meer in het moment schrijven over iets dat temporeel, gebonden aan plaats, uniek is en generiek schrijven tijdloos zoals Shakespeare of is Shakespeare nu juist doordat hij wabi-sabi is generiek?

To be or not to be is generiek – vermoed ik – maar het vindt wel plaats in een unieke, specifieke context.

Weer krijg ik het idee dat streven naar generiek alleen, onzinnig is. Schoonheid is ergens tussen het streven naar de allerindividueelste expressie en communiceren in een aantrekkelijke vorm.

Volledig en wabi-sabi

Volledig zijn is een streven die bij de eerste buil op de knie of het eerste verdriet blijkt niet bij het leven te horen. Of wel? Het streven naar beter worden als je een gebroken knie hebt of naar foutloos schrijven is een goede motivatie. Heel zijn maakt gelukkig en zo beleef ik plezier als ik een verhaal lees dat volledig lijkt te zijn. Maar ook hierin kun je op een onzinnige manier doorschieten. Een onvolledig verhaal van een kind maakt soms meer indruk op mij dan een volledig verhaal van een volwassene. Een onvolledig verhaal kan iets hebben dat me raakt, dat me aan het denken zet, dat me beweegt iets te doen.

Maar het leesplezier is in het geding als een verhaal onvolledig is?

Dat brengt me tot de vraag: waarom lezen we? Lezen we om plezier te hebben, of is het ook iets waar we beter van worden, dat lezen? Het lezen van onvolledige verhalen, van onaffe verhalen, van imperfecte verhalen heeft een bepaald effect op me, het leert me misschien meer dan volledige, generieke of perfecte verhalen om de moeite te doen om de wereld te nemen zoals hij is en de schoonheid te zien van dat wat niet af, tijdelijk (of sterfelijk), ziek, gehandicapt, imperfect is.

Waarom lees ik liever een mooi verhaal dan dat ik een praatje maak met de chagrijnige buurman?

Dyslexie is wabi-sabi.

Leave a comment