Voor het schrijven kan beginnen loop ik rond en denk na. Ik heb een thema, ‘kleur bekennen’, voor een wedstrijd en scenario’s ga ik af in mijn hoofd. Voornamelijk situaties en personages passeren de revue voor mijn geestesoog. Mijn hoofdpersoon begint een monoloog af te steken. Ik probeer niet afgeleid te worden door mijn familieleden die tegen me praten omdat ik in huis rondloop en een beetje opruim. Ik vraag aan mijn man waaraan hij denkt bij het thema. Hij blijkt een heel ander idee te hebben dan ik. Ik merk dat ik terug wil naar mijn oorspronkelijk idee. Als ik later naar bed ga, begin ik vanuit mijn eigen gevoelens opeens een monoloog af te steken in bed. Een heel ander verhaal. Ik ben ineens de hoofdpersoon. Dit moet ik onthouden. Helaas als ik het de volgende morgen probeer te typen klinkt het niet zo goed geformuleerd als toen ik bijna in slaap viel. Daar zou ik me geen zorgen over moeten maken, maar ik heb het gevoel dat ik iets verloren heb…
Zo herkenbaar….maakt niet uit welk tijdstip, ik noteer alle invallen of als er al langere stukjes in míjn hoofd zijn, DIRECT….volgende dag of zelfs later op de dag ben ik het kwijt…voelt dan ook altijd als een gemis…
LikeLiked by 1 person
Ik lag zo heerlijk voor me uit de dromen… Ik moet erbij zeggen dat mijn pen niet voor het grijpen lag.
LikeLike
Ik herken dat hoor, de eerste formulering is altijd het mooiste!
LikeLiked by 1 person
Als het niet uit inspiratie komt, kun je er nog aan schaven om er toch iets moois van te maken.
LikeLiked by 1 person